woensdag 4 september 2013

Bloginterview met Mary Sjabbens


De vraag van Mary Sjabbens, te Twitter bekend als @marysjabbens, of ik mee wilde werken aan een bloginterview, verraste mij nogal. Na enig nadenken stemde ik toe. Vervolgens vroeg ik me af waar dat interview dan geplaatst zou moeten worden. Mijn persoonlijk blog is een gedichtenblog, daar past zo een interview niet echt tussen. Ik schrijf met enige regelmaat op de site van @120woorden, waar ik hier te vinden ben, maar dan zou het hele interview niet meer dan 120 woorden mogen bedragen. Dat gaat natuurlijk niet lukken. En dan is er nog de site Nederlands MediaNetwerk waar ik een eigen pagina heb, genaamd Wolfs Woord dat hier te vinden is. Uiteindelijk heb ik toch besloten het interview op mijn gedichtenblog te plaatsen, dat is immers mijn eigen webplek.

Het interview met Mary vindt schriftelijk plaats en bestaat uit veertien vragen. Een aantal van die interviews was ik al eens tegengekomen in mijn tijdlijn te Twitter en ik las die interviews steeds met interesse en plezier.

Wil jij je even voorstellen?
Mijn naam is Ineke Wolf. Dit is mijn dichtersnaam, een pseudoniem dus. Dit pseudoniem heb ik zo lang dat het niet eens meer voelt als een pseudoniem. Ik koos ooit voor deze naam toen ik begon met mijn gedichten op een website te plaatsen. Dat was niet zomaar een website, het ging om Poetry Alive! en dan hoort het uitroepteken bij de naam van de site. Ik las al geruime tijd mee voordat ik besloot zelf eens iets te plaatsen. De commentaren waren vaak genadeloos en er speelden zo nu en dan vetes die doordrongen tot het persoonlijk leven van de dichters. Ik had dan ook het gevoel me voor voor de leeuwen te werpen toen ik daar voor de eerste keer een gedicht plaatste.
In die tijd was ik met mijn gewone naam beroepshalve zeer actief op het internet. Niet lang daarvoor was er een boek van mij gepubliceerd en om die reden had ik nogal eens in diverse kranten gestaan. Ook was ik een aantal keren te gast in tv-programma’s. Het stond voor mij daarom vast dat ik hobby en professie gescheiden wilde houden. Ik wilde op mijn eigen website geen dichters hebben die hun gram kwamen halen wanneer ze het niet eens zouden zijn met een kritiek van mij op een gedicht. Ik was blij met mijn besluit, want de zaken konden soms flink oplopen op Poetry Aliv! Tot in de rechtbank aan toe. Toch blijf ik het jammer vinden dat de site uiteindelijk verdwenen is. Het was de beste website ooit om gedichten te plaatsen en gedegen kritieken te krijgen.
De naam die ik in het dagelijks leven voer, geef ik ook hier en nu niet prijs, omdat dat niet relevant is voor mijn doen en laten op internet onder de naam Ineke Wolf. Het is een weinig voorkomende naam en dan zou ik net zo goed mijn adres en telefoonnummer hier kunnen plaatsen.

Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?
Ik ben ooit gaan bloggen, op mijn eigen website, om meer bekendheid te geven aan de problematiek van hoogbegaafde kinderen. Ik schreef artikelen en columns over onderwijs en opvoeding voor en aan deze kinderen.  Dat was ook het onderwerp van mijn boek geweest. De voorzieningen in het onderwijs waren voor deze kinderen aan het eind van de vorige eeuw verre van optimaal te noemen. Helaas is dat in veel gevallen nog steeds zo. Naast de website was/is er een forum waar mensen met elkaar van gedachten konden/kunnen wisselen.

Hoe lang blog jij al?
Feitelijk ben ik daar rond 2000 al mee begonnen, maar pas in 2010 zag mijn gedichtenblog het levenslicht. Ik plaats daar zowel Nederlandstalige als Friestalige gedichten. Ik ben in 2005 in Friesland komen wonen en sindsdien probeer ik om mij de Friese taal eigen te maken. Lang daarvoor las ik al graag Friestalige gedichten.
In 2011 begon ik met Wolfs Woord. Ik heb nog niet erg veel blogs geschreven op die site, maar er zitten wel nog heel veel Wolfs Woorden in de pen. Ik vind het leuk om één woord helemaal uit te diepen. Waar komt het woord vandaan, wat betekent het in het algemeen en wat betekent het voor mij?
Ik houd van taal. Taal is dynamisch en verrassend. Met taal kun je vragen formuleren, antwoorden geven en krijgen. Met taal krijgen denkbeelden woorden. Taal verbeeldt.
Ook met 120woorden begon ik in 2011. Voor een breedsprakig iemand als ik ben, is het een hele uitdaging om met niet meer dan 120 woorden een verhaal te componeren. In 2 ½ jaar tijd is me dat 36 keer gelukt.
120woorden is een actieve site met veel interactie tussen lezers en schrijvers. Ik besteed veel tijd aan het geven van reacties op stukken van andere schrijvers. In de meeste gevallen worden die reacties gewaardeerd. Mijn reacties gaan vooral over het taalgebruik en de opbouw van een stuk. Of iets wel of niet waargebeurd is, interesseert mij minder. Wel vind ik dat feiten die genoemd worden, moeten kloppen met de werkelijkheid. Naast reacties heb ik ook een aantal forumartikelen geschreven, onder andere over taal en grammatica. Het forum is echter alleen toegankelijk voor mensen met een account.

Hoe vaak blog jij?
Niet vaak. Bloggen doe ik dus niet met regelmaat. Ik plaats iets alleen wanneer ik het zelf goed genoeg vind. Ik stel hoge eisen aan mijn eigen werk en zo kan het gebeuren dat het meeste dat ik schrijf in de prullenbak belandt. Wanneer ik iets schrijf voor Wolfs Woord is er meestal een speciale aanleiding voor. Een woord dringt zich dan als het ware aan mij op en dan ga ik ermee aan de gang.
Op 120woorden verschijnt elke week een nieuw schrijfthema. Meedoen is facultatief. Soms raak ik geïnspireerd door het thema-woord, meestal niet. Maar ik ga er ook niet echt voor zitten om te zien of er dan toch nog enige inspiratie komt. Uiteraard staat het iedereen ook vrij om stukken in te sturen die niet thema-gerelateerd zijn.

Heb jij vaste tijden waarop jij je blogs schrijft?
Nee, dat heb ik niet.

Blog jij over alles?
Alles is heel veel, dus nee, ik blog niet over alles. Ik heb ook niet over alles iets te zeggen. Niet alles interesseert mij. En over heel veel zaken weet ik te weinig om erover te schrijven.
Wanneer ik een idee heb voor een verhaal of gedicht maak ik vaak aantekeningen. Ik beschrijf wat ik in gedachten zie. Soms zijn dat te veel woorden, voor te veel beelden, dan volstaan steekwoorden. De meeste ideeën, zeker die voor gedichten, komen uit mijn dromen of uit het rijk tussen slapen en waken in. Het overgrote deel van die ideeën verdwijnt daar waar ze ook vandaan kwamen. Om later eventueel weer op te duiken.
Wanneer ik een artikel of column schrijf, al of niet in opdracht, begint dat met het verzamelen van info en  nagaan wat er al over geschreven is. Puntsgewijs werk ik uit wat ik erover te melden heb. Daar komt weinig inspiratie aan te pas. Daar is meer sprake van motivatie en concentratie. En niet zelden van een deadline.
Gedichten schrijven in opdracht vind ik erg lastig. Tenzij het om een sinterklaasgedicht gaat. Poëzie laat zich niet dwingen. Het kan maanden duren voordat een gedicht de beginfase van “af” bereikt. Daarnaast is het ook mogelijk dat een gedicht na een (dag)droom in één adem wordt opgeschreven.  

Hoe zou jij jouw blogs omschrijven?
Dat omschrijven laat ik graag aan anderen over.

In hoeverre en waarom houd jij rekening met jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?
Met lezers houd ik alleen rekening wanneer ik iets schrijf voor een bepaalde doelgroep. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer ik in opdracht een artikel schrijf voor een tijdschrift. Maar ik zal niets verkondigen wat ik niet meen. Ik ga geen woorden gebruiken die ik anders ook niet gebruik. Ik zal niets aanbevelen waar ik zelf niet achter sta. Ik schrijf niet wat lezers willen lezen, ik schrijf wat ik wil schrijven. Wanneer de lezer met interesse en plezier leest wat ik heb geschreven, dan ben ik tevreden.
Wanneer ik een gedicht of verhaal schrijf, denk ik helemaal niet aan lezers. Ik schrijf het voor mezelf. Tenzij het in opdracht is. Maar ik neem niet gauw dichtopdrachten aan omdat ik weet dat mij dit belemmert in het schrijven. Over het algemeen zou ik kunnen zeggen dat ik in zoverre rekening houd met lezers, dat ik niet iets publiceer wat ik zelf niet zou willen lezen.

Zijn er onderwerpen waarover je wilt schrijven maar het nog niet durft/wil/kan?
Er schiet me niets te binnen. Wel is het zo dat ik lang niet alles wat ik schrijf ook publiceer. Het niet publiceren heeft niet met het onderwerp op zich te maken.

Hoe belangrijk zijn de statistieken voor jou?
Wanneer ik iets publiceer, wil ik ook graag gelezen worden, in die zin zijn de statistieken belangrijk. Maar dan ... een site, verhaal of gedicht kan aangeklikt worden, maar dat is nog niet hetzelfde als gelezen worden. Misschien klikt de lezer door zonder te lezen, of, wat erger is, na het half gelezen te hebben. Dat vertellen de statistieken mij niet en daarom zeggen die statistieken mij uiteindelijk niet zo veel. 

Op wat voor manier en waar, maak je kenbaar dat je een nieuw blog hebt geschreven?
Vooral via Twitter. In de eerste 24 uur na een plaatsing doe ik dat een aantal keren. Meestal blijft het daarbij. Gaat het om een 120woorden-stuk dan twitter ik het in de dagen daarna ook nog een paar keer. Via mijn gedichtenblog krijgen mensen die dit willen een email wanneer er iets nieuws geplaatst is.
Een aantal mensen, vooral mensen die niet twitteren, ontvangen persoonlijk bericht van mij omdat ik weet dat ze interesse hebben.

Ben je tevreden over jouw site?
Mijn gedichtenblog kan wel wat verbeteringen gebruiken. Op de andere sites waar ik publiceer ben ik een gast. Van 120w kan ik zeggen dat de redactie doorgaans open staat voor ideeën van gebruikers.

Wat vind je van reacties van lezers op jouw blog?
Op mijn gedichtenblog verschijnen niet veel reacties. Op Twitter en meer nog via mail komen er vaker reacties binnen op de gedichten. Mijn gedichtenblog lijkt wel een beetje op een etalage. Soms blijven mensen stilstaan, kijken even en laten dan merken dat ze het mooi vinden of juist niet. Soms zie ik reacties pas tijden nadat een reactie geplaatst is. Ik ben zelf niet een erg frequente bezoeker van mijn site. En dat hoeft ook niet, want ik weet wat er staat.
Ik zou graag meer reacties op mijn gedichten krijgen. Voor stevige, goed onderbouwde kritieken zou ik niet weglopen. Mijn antwoord op deze vraag gaat ook op voor Wolfs Woord.

Schrijven maakt een belangrijk onderdeel uit van mijn leven. Dat is al zo sinds ik leerde schrijven. Ik schrijf omdat ik het niet laten kan. Voor mij is schrijven schilderen met woorden. Woorden die op hun beurt beelden oproepen. Schrijven is voor mij ook zoiets als ademhalen; het werkt verstikkend wanneer ik het niet doe.

vrijdag 26 april 2013

Zijn meesterwerk




‘t is niet vanwege ijdelheid
het gaat enkel om precisie
om perfectie

iedere haar op een vaste plaats
elke lok in het gelid
met gel wax en kam
tijden bezig zijn
kijken naar zijn spiegelbeeld

tot op een dag het niet meer gaat
de lokken zijn onwillig
de haren springen in het rond
laten zich niet meer drillen
gel wax lak of mousse
niets is sterk genoeg
kam en borstel delven
het onderspit

voor de kapper een hele klus
om het hoofd te fatsoeneren

de knul is voor één keer tevree
en deelt parmantig mee
de kapper heeft een lintje verdiend
hij maakte van mijn hoofd
zijn meesterwerk


©  Ineke Wolf

dinsdag 26 maart 2013

Al-tijd

nu het mistig wordt in mij
en ik mezelf steeds minder ken
wil jij dan zeggen wie ik ben


noem mijn naam
zodat ik blijf bestaan

woensdag 27 februari 2013

Tussen gisteren en vandaag


was het nog pas gisteren
dat kinderstemmen
in mijn oren klonken
dat deze woning bol stond
van geluid waarin ik huisde


vanaf vandaag zijn er
alleen maar lege muren
aan het plafond hangen
geen regels meer


de taal is opgedroogd
’t geluid verstorven

het woord is dood


©  Ineke Wolf

woensdag 13 februari 2013

Niet mijn stijl




dat is niet mijn stijl zei ze
en nooit geweest ook
ik kan niet zomaar
met je meegaan
en van bil gaan
en me laten gaan  
nee dat is niet mijn stijl

ik vind je best een stuk
zei ze en aardig ben je ook
maar er moet meer zijn
ik ga niet voor de lust
niet voor de hartstocht
van het moment
ik ga voor helemaal

ik besta uit gisteren zei ze
en uit alle dagen van daarvoor
jij lijkt alleen uit vandaag te bestaan
en ik zou ook morgen met je willen zijn


©  Ineke Wolf

donderdag 3 mei 2012

Plaats van herinnering





     doden spreken niet
     noch zwijgen zij
     in afgesproken stilte

     de stenen man
     kout voor zich uit


      ©  Ineke Wolf

zondag 8 april 2012

Onder de Moerbeiboom 3

                                   Copyright foto via @levieuxbounias











en ik zag jou bij de waterput
jij was één van de wezens
gehuld in kleurrijk grijs

je sprak me aan zonder woorden
je droeg je oude naam als een
gewaad tot over je voeten

je sluier bedekte je haar en je schouders
je hulde je lijf erin je handen bleven
verborgen tussen plooien van stof

wat was het nu dat je me wilde zeggen
wat was er met die waterput wat
deed jij daar met twee Maria’s

uit de put echoden stemmen uit het ver-
leden woorden weerklonken in ’t nu
ik hoorde maar kon niet verstaan

de put had een bodem die reikte voorbij het
grondwaterpeil de bron stroomde van ver
ik stond langszij kon nergens bij

jij vervolgde je weg liep met beide Maria’s
langs de bron en ik bleef waar ik was met
de vraag wat jouw boodschap was

en ik keek naar het dak boven de waterput
dat zweefde ‘t zat nergens aan vast en
ik wist opeens dat ik het dak op
mijn schouders had

 ©  Ineke Wolf