De vraag van Mary Sjabbens, te
Twitter bekend als @marysjabbens, of ik mee wilde werken aan een bloginterview,
verraste mij nogal. Na enig nadenken stemde ik toe. Vervolgens vroeg ik me af
waar dat interview dan geplaatst zou moeten worden. Mijn persoonlijk blog is
een gedichtenblog, daar past zo een interview niet echt tussen. Ik schrijf met
enige regelmaat op de site van @120woorden, waar ik hier te vinden ben, maar dan zou het
hele interview niet meer dan 120 woorden mogen bedragen. Dat gaat natuurlijk
niet lukken. En dan is er nog de site Nederlands MediaNetwerk waar ik een eigen pagina heb, genaamd
Wolfs Woord dat hier te vinden is. Uiteindelijk heb ik toch besloten het interview op mijn
gedichtenblog te plaatsen, dat is immers mijn eigen webplek.
Het interview
met Mary vindt schriftelijk plaats en bestaat uit veertien vragen. Een aantal
van die interviews was ik al eens tegengekomen in mijn tijdlijn te Twitter en
ik las die interviews steeds met interesse en plezier.
Wil jij je even voorstellen?
Mijn naam is
Ineke Wolf. Dit is mijn dichtersnaam, een pseudoniem dus. Dit pseudoniem heb ik
zo lang dat het niet eens meer voelt als een pseudoniem. Ik koos ooit voor deze
naam toen ik begon met mijn gedichten op een website te plaatsen. Dat was niet
zomaar een website, het ging om Poetry Alive! en dan hoort het uitroepteken bij
de naam van de site. Ik las al geruime tijd mee voordat ik besloot zelf eens
iets te plaatsen. De commentaren waren vaak genadeloos en er speelden zo nu en
dan vetes die doordrongen tot het persoonlijk leven van de dichters. Ik had dan
ook het gevoel me voor voor de leeuwen te werpen toen ik daar voor de eerste
keer een gedicht plaatste.
In die tijd
was ik met mijn gewone naam beroepshalve zeer actief op het internet. Niet lang
daarvoor was er een boek van mij gepubliceerd en om die reden had ik nogal eens
in diverse kranten gestaan. Ook was ik een aantal keren te gast in tv-programma’s.
Het stond voor mij daarom vast dat ik hobby en professie gescheiden wilde
houden. Ik wilde op mijn eigen website geen dichters hebben die hun gram kwamen
halen wanneer ze het niet eens zouden zijn met een kritiek van mij op een
gedicht. Ik was blij met mijn besluit, want de zaken konden soms flink oplopen
op Poetry Aliv! Tot in de rechtbank aan toe. Toch blijf ik het jammer vinden
dat de site uiteindelijk verdwenen is. Het was de beste website ooit om
gedichten te plaatsen en gedegen kritieken te krijgen.
De naam die
ik in het dagelijks leven voer, geef ik ook hier en nu niet prijs, omdat dat
niet relevant is voor mijn doen en laten op internet onder de naam Ineke Wolf.
Het is een weinig voorkomende naam en dan zou ik net zo goed mijn adres en
telefoonnummer hier kunnen plaatsen.
Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?
Ik ben ooit
gaan bloggen, op mijn eigen website, om meer bekendheid te geven aan de
problematiek van hoogbegaafde kinderen. Ik schreef artikelen en columns over
onderwijs en opvoeding voor en aan deze kinderen. Dat was ook het onderwerp van mijn boek
geweest. De voorzieningen in het onderwijs waren voor deze kinderen aan het
eind van de vorige eeuw verre van optimaal te noemen. Helaas is dat in veel
gevallen nog steeds zo. Naast de website was/is er een forum waar mensen met
elkaar van gedachten konden/kunnen wisselen.
Hoe lang blog jij al?
Feitelijk ben
ik daar rond 2000 al mee begonnen, maar pas in 2010 zag mijn gedichtenblog het
levenslicht. Ik plaats daar zowel Nederlandstalige als Friestalige gedichten.
Ik ben in 2005 in Friesland komen wonen en sindsdien probeer ik om mij de
Friese taal eigen te maken. Lang daarvoor las ik al graag Friestalige
gedichten.
In 2011 begon
ik met Wolfs Woord. Ik heb nog niet erg veel blogs geschreven op die site, maar
er zitten wel nog heel veel Wolfs Woorden in de pen. Ik vind het leuk om één
woord helemaal uit te diepen. Waar komt het woord vandaan, wat betekent het in
het algemeen en wat betekent het voor mij?
Ik houd van
taal. Taal is dynamisch en verrassend. Met taal kun je vragen formuleren,
antwoorden geven en krijgen. Met taal krijgen denkbeelden woorden. Taal
verbeeldt.
Ook met
120woorden begon ik in 2011. Voor een breedsprakig iemand als ik ben, is het
een hele uitdaging om met niet meer dan 120 woorden een verhaal te componeren.
In 2 ½ jaar tijd is me dat 36 keer gelukt.
120woorden is
een actieve site met veel interactie tussen lezers en schrijvers. Ik besteed veel
tijd aan het geven van reacties op stukken van andere schrijvers. In de meeste
gevallen worden die reacties gewaardeerd. Mijn reacties gaan vooral over het
taalgebruik en de opbouw van een stuk. Of iets wel of niet waargebeurd is,
interesseert mij minder. Wel vind ik dat feiten die genoemd worden, moeten
kloppen met de werkelijkheid. Naast reacties heb ik ook een aantal
forumartikelen geschreven, onder andere over taal en grammatica. Het forum is
echter alleen toegankelijk voor mensen met een account.
Hoe vaak blog jij?
Niet vaak. Bloggen
doe ik dus niet met regelmaat. Ik plaats iets alleen wanneer ik het zelf goed
genoeg vind. Ik stel hoge eisen aan mijn eigen werk en zo kan het gebeuren dat
het meeste dat ik schrijf in de prullenbak belandt. Wanneer ik iets schrijf
voor Wolfs Woord is er meestal een speciale aanleiding voor. Een woord dringt
zich dan als het ware aan mij op en dan ga ik ermee aan de gang.
Op 120woorden
verschijnt elke week een nieuw schrijfthema. Meedoen is facultatief. Soms raak
ik geïnspireerd door het thema-woord, meestal niet. Maar ik ga er ook niet echt
voor zitten om te zien of er dan toch nog enige inspiratie komt. Uiteraard
staat het iedereen ook vrij om stukken in te sturen die niet thema-gerelateerd
zijn.
Heb jij vaste tijden waarop jij je blogs
schrijft?
Nee, dat heb
ik niet.
Blog jij over alles?
Alles is heel
veel, dus nee, ik blog niet over alles. Ik heb ook niet over alles iets te
zeggen. Niet alles interesseert mij. En over heel veel zaken weet ik te weinig
om erover te schrijven.
Wanneer ik
een idee heb voor een verhaal of gedicht maak ik vaak aantekeningen. Ik
beschrijf wat ik in gedachten zie. Soms zijn dat te veel woorden, voor te veel
beelden, dan volstaan steekwoorden. De meeste ideeën, zeker die voor gedichten,
komen uit mijn dromen of uit het rijk tussen slapen en waken in. Het overgrote
deel van die ideeën verdwijnt daar waar ze ook vandaan kwamen. Om later
eventueel weer op te duiken.
Wanneer ik
een artikel of column schrijf, al of niet in opdracht, begint dat met het
verzamelen van info en nagaan wat er al
over geschreven is. Puntsgewijs werk ik uit wat ik erover te melden heb. Daar
komt weinig inspiratie aan te pas. Daar is meer sprake van motivatie en
concentratie. En niet zelden van een deadline.
Gedichten
schrijven in opdracht vind ik erg lastig. Tenzij het om een sinterklaasgedicht
gaat. Poëzie laat zich niet dwingen. Het kan maanden duren voordat een gedicht
de beginfase van “af” bereikt. Daarnaast is het ook mogelijk dat een gedicht na
een (dag)droom in één adem wordt opgeschreven.
Hoe zou jij jouw blogs omschrijven?
Dat
omschrijven laat ik graag aan anderen over.
In hoeverre en waarom houd jij rekening met
jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?
Met lezers
houd ik alleen rekening wanneer ik iets schrijf voor een bepaalde doelgroep.
Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer ik in opdracht een artikel schrijf voor
een tijdschrift. Maar ik zal niets verkondigen wat ik niet meen. Ik ga geen
woorden gebruiken die ik anders ook niet gebruik. Ik zal niets aanbevelen waar
ik zelf niet achter sta. Ik schrijf niet wat lezers willen lezen, ik schrijf
wat ik wil schrijven. Wanneer de lezer met interesse en plezier leest wat ik
heb geschreven, dan ben ik tevreden.
Wanneer ik
een gedicht of verhaal schrijf, denk ik helemaal niet aan lezers. Ik schrijf
het voor mezelf. Tenzij het in opdracht is. Maar ik neem niet gauw
dichtopdrachten aan omdat ik weet dat mij dit belemmert in het schrijven. Over
het algemeen zou ik kunnen zeggen dat ik in zoverre rekening houd met lezers,
dat ik niet iets publiceer wat ik zelf niet zou willen lezen.
Zijn er onderwerpen waarover je wilt
schrijven maar het nog niet durft/wil/kan?
Er schiet me
niets te binnen. Wel is het zo dat ik lang niet alles wat ik schrijf ook publiceer.
Het niet publiceren heeft niet met het onderwerp op zich te maken.
Hoe belangrijk zijn de statistieken voor
jou?
Wanneer ik
iets publiceer, wil ik ook graag gelezen worden, in die zin zijn de
statistieken belangrijk. Maar dan ... een site, verhaal of gedicht kan
aangeklikt worden, maar dat is nog niet hetzelfde als gelezen worden. Misschien
klikt de lezer door zonder te lezen, of, wat erger is, na het half gelezen te
hebben. Dat vertellen de statistieken mij niet en daarom zeggen die
statistieken mij uiteindelijk niet zo veel.
Op wat voor manier en waar, maak je kenbaar
dat je een nieuw blog hebt geschreven?
Vooral via
Twitter. In de eerste 24 uur na een plaatsing doe ik dat een aantal keren.
Meestal blijft het daarbij. Gaat het om een 120woorden-stuk dan twitter ik het
in de dagen daarna ook nog een paar keer. Via mijn gedichtenblog krijgen mensen
die dit willen een email wanneer er iets nieuws geplaatst is.
Een aantal
mensen, vooral mensen die niet twitteren, ontvangen persoonlijk bericht van mij
omdat ik weet dat ze interesse hebben.
Ben je tevreden over jouw site?
Mijn
gedichtenblog kan wel wat verbeteringen gebruiken. Op de andere sites waar ik
publiceer ben ik een gast. Van 120w kan ik zeggen dat de redactie doorgaans
open staat voor ideeën van gebruikers.
Wat vind je van reacties van lezers op jouw
blog?
Op mijn
gedichtenblog verschijnen niet veel reacties. Op Twitter en meer nog via mail
komen er vaker reacties binnen op de gedichten. Mijn gedichtenblog lijkt wel
een beetje op een etalage. Soms blijven mensen stilstaan, kijken even en laten
dan merken dat ze het mooi vinden of juist niet. Soms zie ik reacties pas
tijden nadat een reactie geplaatst is. Ik ben zelf niet een erg frequente
bezoeker van mijn site. En dat hoeft ook niet, want ik weet wat er staat.
Ik zou graag
meer reacties op mijn gedichten krijgen. Voor stevige, goed onderbouwde
kritieken zou ik niet weglopen. Mijn antwoord op deze vraag gaat ook op voor
Wolfs Woord.
Schrijven
maakt een belangrijk onderdeel uit van mijn leven. Dat is al zo sinds ik leerde
schrijven. Ik schrijf omdat ik het niet laten kan. Voor mij is schrijven
schilderen met woorden. Woorden die op hun beurt beelden oproepen. Schrijven is
voor mij ook zoiets als ademhalen; het werkt verstikkend wanneer ik het niet doe.